De verst teruggevonden rechtstreekse voorouder, Paulus Wouterssone [Pauwels] van Solt, is omstreeks 1514 in de Pieterskerk van Tongerlo gedoopt. In 2008 zijn er foto’s van die kerk gemaakt en daarvan is een videoprogramma op deze website opgenomen. Vermoedelijk woonde Pauwel toen op de Keyartmolen kort bij de Pieterskerk. De inwoners van het huidige gehucht Solt, veel kleiner dan de oorspronkelijke Heerlijkheid, moesten echter ook naar de Pieterskerk te Tongerlo, het centrum van hun parochie. Dat is de aanleiding om in de 17e eeuw de Antoniuskapel te Solt te gaan bouwen. Daarvan zijn in 2006 foto’s gemaakt die in dit document als videoprogramma worden getoond. Het is een prachtige kapel met indrukwekkende glas-in-lood ramen. Een korte inleiding over die kapel.
De grond, waarop de huidige kapel van Solt werd gebouwd, hoorde toe aan de commanderij van de Duitse of Teutoonse orde van Gruitrode. De Commanderij was afhankelijk van de hoofdcommanderij van Aldenbiezen te Rijkhoven [Bilzen], het huidig cultureel centrum van de Vlaamse gemeenschap. Deze Duitse Orde was een geestelijke ridderorde, ontstaan te Akkon in 1190, tijdens de 3e kruistocht, ter verzorging en beveiliging van de Kruisvaarders. Ze werd een enorm politieke en militaire macht in Europa met vele kloosterburchten of kastelen en telt eind 20e eeuw nog een 60-tal mannelijke en een klein 500-tal vrouwelijke leden, vooral in Oostenrijk en Zuid-Tirol [Duitstalig Italië] en zelfs in Joegoslavië, naast vele invloedrijke "familiales" leken, die delen in de geestelijke vruchten van de orde.
Maar het gebied was parochie Tongerlo. De pastoor van Tongerlo en zijn parochianen vragen op 30 met 1656 aan de aartsdiaken der Kempen van het bisdom Luik om een klein kapelletje te mogen bouwen. Aanleiding was dat de kruisprocessies van Neeroeteren, Opitter en Tongerlo daar samen kwamen, het H. Sacrament met zich droegen. Tijdens de preek werd het Allerheiligste gewoon op een tafel gezet en stond bloot aan weer en wind. Bisschop van Luik, als de kerkelijke macht, en de commandeur van Gruitrode, als de bezitter van de grond, stemden met het verzoek in. In een document van 27 september 1656 gaf de hoofdcommandeur van Aldenbiezen zijn instemming met de volgende tekst:
"Wij, Godfried, graaf van Huyn tot Geleen, der Duitse Ridderorde, rijkscommandeur der balie [de Duitse Orde was onderverdeeld in balijen of provincies] van Alden Biezen en commandeur van Maastricht, vrijheer van Gemert [N.], Gruitrode, Petersvoeren [Voeren], Ordingen [st.-Truiden], hofkrijgsraad der Duitse majesteit [= de Habsburgse Weense keizer], kamerheer en veldmaarschalk, wij verkonden en bekennen hiermee, dat de pastoor en inwoners van de parochie Tongerlo ons te kennen hebben gegeven, dat zij God ter ere, een kapel, toegewijd aan de H. Antonius, Rochus en Sebastianus, op den H. Dries willen oprichten. Wij geven ook onze toestemming hieraan".
Toelichting op de drie genoemden: Antonius, abt en kluizenaar [3de eeuw], Sebastiaan, officier van lijfgarde van de Romeinse keizer [Diocetiaan, kerkvervolger 4e eeuw], vermoord door een pijl [= symbool van de pest] en Rochus met zijn hond [van rijke komaf in Fr. 13e-14e eeuw, schonk alles aan de armen - na zijn pestziekte werd hij, gelijk het toen gewoon was afgezonderd in een pesthuisje, maar zijn hond bleef hem trouw] zijn al eeuwen lang pestheiligen, bij wie de boeren hun toevlucht zochten bij veeziekten. En de pest was voor mens en dier één van de meest gevreesde epidemieën. Veeartsen bestonden niet, wel kwakzalvers.
De kapel bleef onder het kerkbestuur van Tongerlo vallen.
Dia-video Sint Antoniuskapel van Solt
Bron: Diversen, waaronder Het Èzendropke – 1988, nummer 12 TERUG NAAR START