Solt is oorspronkelijk een Vrije Heerlijkheid aan de oude Romeinse heerbaan tussen Tongerlo, Neeroeteren en Gruitrode in Belgisch-Limburg. Limburg- Kempen:
De met de Hollandse rechtlijnigheid tussen 1822-1826 gegraven Zuidwillemsvaart doorsnijdt de Heerlijkheid Solt, zoals op bovenstaande kaart is te zien. Daarom moest er een voetgangersbrug tussen de verschillende delen van Solt worden aangelegd.
De bebouwde kom van Solt en de Keyartmolen liggen in Bree; het gebied 't Solt en het Solterbos in Maaseik; de Solterheide en het Solterveld in Meeuwen-Gruitrode. Op de kaart is pal boven de gemeentegrens – heel licht – de brug Gruitrode-Solt te zien.
Solt in Bree 't Solt in Maaseik
Bebouwd gedeelte.
Het grondgebied van Solt hoorde toe aan de commanderij van de Duitse of Teutoonse Orde van Gruitrode en maakte deel uit van de 12 commanderijen die gegroepeerd waren rond de hoofdcommanderij in Aldenbiezen te Rijkhoven [Bilzen]. Deze Duitse Orde was een geestelijke ridderorde, ontstaan te Aken in 1190, tijdens de derde kruistocht, ter verzorging en beveiliging van de Kruisvaarders. Ze werd een enorme politiek en militaire macht in Europa met vele kloosterburchten of kastelen en telt tegenwoordig nog een 560 tal leden, vooral in Oostenrijk en Zuid-Tirol [Duitstalig Italië] en zelfs in Joegoslavië.
De commanderij van Gruitrode heeft een rijk en roemrucht verleden. Al ten tijde van het graafschap van Loon was er een commanderij in Gruitrode. In 1416 kocht Iwan van Cortenbach als landcommandeur dit stijlvolle goed aan. Het belang van de commanderij van Gruitrode blijkt uit het feit dat hier munten werden geslagen. Het gebouw werd echter in 1485 verwoest. Ter vervanging van de oorspronkelijke commanderij werd in de tweede helft van de 16de eeuw het huidige kasteel met pachthoeve in Maaslandse renaissancestijl opgetrokken. De toenmalige opdrachtgevers droegen het gebouw op aan God met de woorden ALLEIN GODT DIE EER UNDE NIEMANTS MEHR, Anno 1568. Deze spreuk prijkt nog steeds boven de statige deur van het kasteel.
Commanderijtekening, beschikbaar gesteld door de Gemeente Meeuwen-Gruitrode.
Overzicht van de opgravingen naar de oorspronkelijke Commanderij.
Deze bestond uit een versterkt kasteel en daaraan verbonden via een loopbrug een hoeve. De hoeve diende voor de voedselvoorziening, maar is in verval geraakt. Een uitgebreide geschiedenis van het kasteel is beschreven.[1] De Heren van Solt behoorden tot de Ridderschap van de Commanderij. Het Commanderijkasteel anno 2006. Van de hoeve is in 2006 niet veel meer over. Het kasteel zelf is goed gerestaureerd en dient thans als antiquiteitenhandel.
Het gebied viel onder het Prinsbisdom Luik en de mensen waren afhankelijk van de Pieterskerk in de parochie Tongerlo [zie eigen artikel]. 't Solt, ten minste dat gedeelte dat onder Maaseik begrepen was, vormde waarschijnlijk een "Heerlijke" bezitting.
Door M.Hendrikcx[2]
Wij kennen geen archivalia die ons hierover rechtstreeks en volledig inlichten maar toch willen wij enkele gegevens vermelden die misschien kunnen bijdragen om deze vraag op te lossen.
Een akte van de schepenbank van Maaseik herinnert op 12-12-1456 de buitenburgers aan hun plichten en privilegiën uit de tijden van de graven van Loon.
We lezen er
...Dat die van Aldeneyck, Heppenert, Nedersolt in der bancke van Eyck van buyten gehooren ende woonachtigh syn, die vier vry laeten in den lande van Hoorne woonende en Eelen oock ondersaet syn der stadt van Eyck, lieff ende leyt met der stadt schuldigh te helpen draeghen in graevinghe, waeckinghe, schettinghe en bedegelt ende in allen anderen last die der stadt overcoemen moghte ende die stadt magh die voorighe hun onderdaenen gebieden met hunnen harnasch der stadt bystandt ende hulp te doen, als hun des noot gebeurt, off als te doen is ende gesinnen, om dat die stadt aen een ende van den land geleeghen is; oock syn die voorscreven ondersaeten schuldigh te volghen den clocke slagh van Eyck ende die van Nedersolt zyn schuddigh der stadt eenen Heerwaeghen te leveren als des te doen is, om der borgeren harnasch ende provianden te voeren .ende by alsoo syn de voorighe ondersaeten poorters der voorscreven stadt van Eyck end gebruycken alle privilegien en vryheden gelyck ingesetene poorteren....
(zie o.a.; J. Daris Inventaire des archives de Maeseyck (1866).
Op 22-3-1457 werden de gehuchten Aldeneik, Heppeneert en Nedersolt bil de stad Maaseik gevoegd. Hierdoor ontstonden kort daarna moeilijkheden zodat de buitenburgers hun vroegere vrijheden terugkregen op voorwaarde dat ze de stad zouden bijstaan.
(zie o.a.; Wolters, Notice historique sur la ville de Maeseyck. (1855).
Mogen we uit het bovenstaande afleiden dat Solt vroeger, zoals Aldeneik en Heppeneert, aan het Maaseiker grondgebied grensde?
Of was Solt toen reeds gescheiden van dit gebied?
Op deze vragen blijven we het antwoord schuldig, doch we durven veronderstellen dat het Maaseiker grondgebied ten tijde van de graven van Loon - tot wiens tijd de privilegiën en verplichtingen waarvan hoger sprake teruggaan - groter was, want meermaals heeft de stad eigendommen verkocht o.a.
1351 De graaf van Loon geeft toelating om gemeentegrond te verkopen voor een bedrag van 700 «vieux écus».
1353 Diederick graaf van Loon staat verkoop toe voor 800 «vieux écus».
1356 Diederick staat verkoop toe van gemeente voor 600 « écus d or»
1471 De stad verkoopt gemeentegoederen - tot betaling van overblijvende lasten aan Karel de Stoute
1478 van gemeente te mogen verkopen.
(zie o.a. E. Fairon, Chartes confisquées aux bonnes villes du pays de Liège et du comté de Looz après la bataille d'Othe (1408)
Waar deze gronden lagen en welke hun totale oppervlakte was weten we echter niet.
Ook uit de vroegere twisten tussen Maaseik en Neeroeteren blijkt dat het gebied van Maaseik zich uitstrekte verder naar het westen dan de huidige grens. Een grondige studie van de twisten die tot nog toe enkel door de heer Maas in zijn «Geschiedenis van Neeroeteren» in het kort beschreven werden, zou wellicht opheldering kunnen brengen.
[1] Dr Jo Corstjens heeft in 1986 de 570-jarige geschiedenis van de Duitse Ridderorde in Gruitrode beschreven in een artikel met als titel "Allein Godt die eer unde niemants mehr". Voor het najaar van 2007 heeft dr Corstjens een grote publicatie over het kasteel in voorbereiding.
[2] Uit Limburg jrg.44 – 1965 – blz. 186-187