Johan van Solt in Automobielen
Johannes Petrus Bernardus Marie (Johan) van Solt is geboren op 5 februari 1899 om 04:00 in de Tweede Helmerstraat 82 bovenhuis te Amsterdam, zoon van Ignatius Franciscus Antonius Marie (Ignace) van Solt en Helena Maria Bernardina (Leny) Geradts. Van de geboorte is aangifte gedaan op 7 februari 1899. Johan is overleden op 26 maart 1988 in Benidorm [Spanje], 89 jaar oud. Net als zijn ouders was Johan rooms-katholiek.
Scholing
Welk basis- en voortgezet onderwijs Johan heeft gevolgd is niet precies bekend. Op 1 september 1914 werd Johan ingeschreven als leerling nummer 16 in klas 1E van de 2e HBS met 3-jarige cursus aan de Zocherstraat 33, na examen op de Kreenenschool [Stadsarchief Amsterdam, Toegang 1057, Inventarisnummer 60]. Vanwege de zeer slechte schoolresultaten verliet Johan al per 27 februari 1915 de HBS. Johan bleef bij zijn ouders wonen en verhuisde in 1916 mee naar de Prinsengracht 825.
Johan in automobielen
In 1918 begon zijn levenslange loopbaan in de automobielhandel en werkte hij in de Automobielgarage & Reparatie-inrichting G.Bosma & Co in de Falckstaart 11-13 te Amsterdam. Zijn loopbaan zou af en toe onderbroken worden door de Militiedienst. Bij zijn keuring in 1918 kreeg hij lichtingsnummer 851; hij was 1,74 lang en werd – ondanks problemen met ogen [bril] en nieren – op 18 mei 1918 geschikt geacht voor dienst. Johan's voorkeur voor de Militaire Administratie werd niet gehonoreerd. Hij werd op 8 augustus 1918 geplaats bij het 5e Regiment Infanterie, 1e Bataljon, 1e Compagnie en zou daar in een administratieve functie dienen [Stadsarchief Amsterdam MRSAA00285000066 JPBM van Solt].
Per 1 februari 1921 nam hij – met het beroep van 'koopman' - het bedrijf van Bosma over, maar op 22 april 1922 moest hij alweer sluiten [KvK-dossier Amsterdam 14000 KvK 20-01-1922/HR 25-01-1922 / KvK 22-04-1922/HR 18-05-1922]. Op 16 oktober 1922 deed Hendrik Michels een faillissementsaanvraag, omdat Johan een rekening van 800 gulden voor buitenboordmotoren niet kon betalen. Vanwege meerdere bedrijfsschulden – totaal bijna 5000 gulden - is bij vonnis der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam 1e kamer dd 23 oktober 1922 J.P.B.M.van Solt, Prinsengracht 852 in staat van faillissement verklaard met mr. J.Wiarda tot Rechter-commissaris en mr. N.R.H.van Essen, Keizersgracht 167, tot curator [Noord-Hollands Archief, Toegang 200, Rol 1922/ dossier 435 & Rekest 1662]. Het faillissement is beëindigd op 22 mei 1923 door verbindend verklaring van de uitdelingslijst. Na liquidatie van zijn bedrijf in april 1922 ging Johan als verkoper van automobielen werken – met salaris en provisie - bij de firma Englebert & Co. Vervolgens vanaf 1 december 1922 – uitsluitend op provisiebasis – bij de firma van Gendringen.
Na het vervullen van de dienstplicht bestond de mogelijkheid zich aan te melden voor de Vrijwillige Landstorm, reservisten die in de gelegenheid werden gesteld als bijzondere vrijwilliger onder de wapenen te komen om de overheid te hulp te komen bij het handhaven van de binnenlandse orde en rust. Na 1920 werden een aantal gespecialiseerde Vrijwillige Landstormkorpsen opgericht, dat waren de Vrijwillige Landstormkorpsen, Motordienst, Vaartuigendienst, Spoorwegdienst, Luchtwachtdienst en de Luchtafweerdienst met een kern van kort-verband-vrijwilligers. Op 12 februari 1923 ging Johan een vrijwillige verbintenis aan bij de Vrijwillige Landstormmotordienst voor de periode van één jaar [Vrijwillige Landstormbesluit, art.3, Ag 1 maart 1923, nr 25; verlengd met één jaar op 16 maart 1924; vervolgens op oproepbasis]. Op 20 augustus 1934 is het dienstverband bij de Landstormmotordienst geëindigd en per 1 september is Johan definitief met groot verlof gestuurd bij het 5e Regiment Infanterie.
Vanaf 31 mei 1929 werkte Johan als verkoopleider bij NV Gebr.Nefkens Automobielmij en woonde in de Tolstraat 66 III te Amsterdam.
Op 11 april 1934 verhuisde het gezin naar de Hertogstraat 35 te Eindhoven en werd Johan op 9 februari 1933 opgenomen als directeur van de bij notariële akte nr 282, op 18 november 1932 verleden voor notaris Popke Jan Steensma, opgerichte NV Brabantsche Automobiel Import, Handel in Automobielen en Onderdelen, het verrichten van werkzaamheden aan automobielen en het verhuren daarvan, gevestigd in de Laagstraat 1a te Eindhoven, met een maatschappelijk kapitaal van 25.000 gulden, waarvan 10.000 gulden gestort. [Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Eindhoven dossier nr 8378].
Per 16 juni 1934 trad Johan uit als bestuurder, naar later bleek met hoge schulden [nadat mededirecteur Karel Italie per 1 januari 1935 was uitgetreden werd het bedrijf door de laatst overgebleven directeur Meyer Bloemhoff eind 1935 verplaatst naar de Harstenhoekweg 54 te 's-Gravenhage]. Op 2 juli 1934 verhuisde het gezin van Johan naar de Weissenbroekstraat 306 te 's-Gravenhage en wordt hij verkoopleider bij Auto Palace 's-Gravenhage.
In 1938 spant vader Ignace van Solt een rechtszaak aan tegen Johan om hem te dwingen alimentatie te gaan betalen voor zijn ouders. Uit het verweerschrift van Johan blijkt dat de NV Brabantsche Automobiel Import in liquidatie is en hij daar in 1938 nog een schuld van 3500 gulden in heeft. Tevens blijkt uit het verweerschrift dat Diana Jacoba onder permanente doktersbehandeling staat en zo zwak van gezondheid is dat zij niet naar school kan en thuis – tegen betaling - lessen van een onderwijzeres moet krijgen.
Op 11 juni 1943 vestigt het gezin zich in de Juliana van Stolberglaan 100 te Naarden. Johan is dan werkzaam als bedrijfsleider bij een Auto-import firma. Direct na de Tweede Wereldoorlog vestigt Joh.P.B.M.van Solt zich als Automobielhandelaar & Expert in de Beethovenstraat 87 te Amsterdam [Telefoonboek Amsterdam nr. 94 met telefoonnummer 21051. Bij de burgerlijke stand wordt het adres eerst per 1 augustus 1947 opgenomen. Tijdens de scheidingsprocedure is het domicilie in Amsterdam].
Van de verdere beroepsactiviteiten van Johan is tot nu toe niets bekend. Op 21 mei 1949 verhuist het gezin naar de Muurbloemweg 29 en op 26 juli 1950 naar de Nieuwersluistraat 245, beide te 's-Gravenhage. Op 1 mei 1959 vestigt het gezin zich in Hoogeind 141 te Breda en op 3 april 1970 vertrekt het gezin naar La Nucia in Spanje.
Huwelijken:
Johan, automobielhandelaar en 30 jaar oud, trouwde op 22 mei 1929 in Amsterdam met Elisabeth (Bep) Westra, geboren op woensdag 23 augustus 1905 in Amsterdam [bron: Persoonskaart], Evangelisch-Luthers, als dochter van Pieter Westra, geboren 22 augustus 1875 te Franeker, op 7 mei 1903 gehuwd met kantoorbediende Diana Jacoba van Ooijen, geboren 19 april 1879 te Amsterdam. Bep is overleden op woensdag 20 oktober 1976 in Velsen, 71 jaar oud [bron: Persoonskaart]. Kinderen van Johan en Bep: [1] Diana Jacoba (Diet of Dia) van Solt, geboren op zondag 20 april 1930 in Amsterdam en overleden op woensdag 1 januari 1992 om 09:30 in Velsen, 61 jaar oud; en [2] Robert Johan (Rob) van Solt, geboren op dinsdag 17 oktober 1939 in ’s-Gravenhage en overleden op vrijdag 24 maart 1978 in Veghel, 38 jaar oud.
Heden twee en twintig mei negentienhonderd negen en twintig zijn voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Johannes Petrus Bernardus Marie van Solt, automobielhandelaar, geboren en wonende alhier, oud dertig jaren, meerderjarige zoon van Ignatius Franciscus Antonius Marie van Solt, koopman, en Helena Maria Bernardina Geradts, zonder beroep, beiden wonende alhier, en
Elisabeth Westra, kantoorbediende, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige dochter van Pieter Westra, oud vier en vijftig jaren, brooddepôthouder, en Diana Jacoba van Oijen, oud vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders van de bruid verklaarden voor mij tegenwoordig toe te stemmen in deze echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den elfden dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuige waren tegenwoordig: Petrus Franciscus Ignatius Marie, broeder des echtgenoot, koopman, oud twee en dertig jaren, wonende in de gemeente 's-Gravenhage, en Mathijs Roos, zwager der echtgenote, kantoorbediende, oud zes en twintig jaren, wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Echtscheiding uitgesproken bij vonnis der Rechtbank te Amsterdam van 5 december 1946, ingeschreven te Amsterdam den 29 april 1947
Elisabeth Westra vraagt – met pro deo toestemming - scheiding van tafel en bed aan [zie Rol 1030/45 van het Arrondissement Amsterdam; inbrengdatum 21 juni 1945]. Na de eerste wisseling van stukken in 1945 tussen de advocaten wordt het verzoek omgezet in echtscheiding per 21 augustus 1946 [Rol 3912/46 van het Arrondissement Amsterdam]. De zitting van de Arrondissementsrechtbank 6e kamer Amsterdam is op 5 december1946; de echtscheiding wordt uitgesproken op basis van erkend overspel door Johan en een alimentatie vastgesteld op 100 gulden per maand [rekening houdende met de inkomenspositie van Johan - aanslag IB 1944 over 2108 gulden]. Boedelscheiding door notaris Arn.van den Bergh met mr J.Lubbers als advocaat van gedaagde. Johan wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.
Johan's vriendin, Joke Veerman, was verkoopster en woonde vanaf 17 juni 1943 bij de Weduwe Herta Wijnbergen-Meijer in de Beethovenstraat 90a-I. Op 26 november 1946, na de geboorte op 23 november van haar dochter Claudette Joke, trekt Joke in bij Susanne en Johanna Schefferlaar Klots in de Beethovenstraat 87-3, waar Johan reeds ongeregistreerd woonde. De zusjes vertrekken in 1947 met hun respectievelijke echtgenoten. Na de echtscheiding van Elisabeth Westra trouwde Johan, 49 jaar oud, op vrijdag 7 mei 1948 in Amsterdam [bron: Burgerlijke Stand Akte 1948/151] met Johanna Francisca (Joke) Veerman, 30 jaar oud. Joke is geboren op woensdag 11 juli 1917 in Amsterdam [bron: Register 13, folio 77v], Rooms-katholiek, als dochter van Wilhelmus Johannes Gerardus Veerman, geboren op 15 februari 1897 te Amsterdam, overleden op 4 januari 1970 te Amsterdam, oud 72 jaar, gehuwd op 10 januari 1917 te Amsterdam, met Tosina Paulina Alberdina Romijn, geboren op 13 oktober 1896 te Amsterdam, overleden op 27 november 1988 te Amsterdam, 92 jaar oud; gescheiden op 8 november 1920; Joke is overleden in 1992 in Benidorm [Spanje], 74 of 75 jaar oud. Vanwege privacyoverwegingen worden geen nakomelingen gemeld.
Heden, zeven Mei negentienhonderd acht en veertig verschenen voor mij, Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Amsterdam, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Van Solt, Johannes Petrus Bernardus Marie, koopman, geboren en wonende alhier, oud negen en veertig jaar, van echt gescheiden echtgenoot van: Westra, Elisabeth,
Meerderjarige zoon van van Solt, Ignatius Franciscus Antonius Marie, overleden:, en Geradts, Helena Maria Bernardina, zonder beroep, wonende alhier, en
Veerman, Johanna Francisca, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud dertig jaar, ongehuwd, meerderjarige dochter van: Veerman, Wilhelmus Johannes Gerardus, hoofdbesteller bij de Posterijen, Telegrafie en Telefonie, en Romijn, Tosina Paulina Alberdina, zonder beroep, beiden wonende alhier.
Uit een geneeskundige verklaring blijkt, dat de bruid niet in staat is, zich ter voltrekking van haar huwelijk naar het Huis der Gemeente te begeven.
Bruidegom en bruid verklaarden bij deze te erkennen, de eerste met toestemming van de tweede, een kind genaamd: Veerman, Ronald Johan, alhier geboren op vijf Mei dezes jaars.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd alhier geschied.
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenoten en getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan de huwelijkse staat verbonden zijn.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: van Solt, Albertus Petrus Marie, broeder des bruidegoms, magazijnmeester, oud negen en dertig jaar; Stromeier, Wilhelmina Elisabeth, schoonzuster des bruidegoms, zonder beroep, oud zeven en dertig jaar; Veerman, Wilhelmus Johannes Gerardus, vader der bruid, hoofdbesteller bij de Posterijen, Telegrafie en Telefonie, oud een en vijftig jaar; Zandt, Trijntje Gruitje, zonder beroep, oud twee en vijftig jaar; Veerman, Wilhelmus Johannes Gerardus, broeder der bruid, houtbewerker, oud een en twintig jaar, en: Boekstal, Aagje, kraamvrouwverzorgster, oud negen en vijftig jaar, allen wonende alhier. Zijnde dit huwelijk voltrokken in het huis, staande: Beethovenstraat zeven en tachtig, alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.