Aanvankelijk werd verondersteld dat de namen 'van Solt' en 'van Soldt' verschillende families betrof. Na onderzoek bleek dat niet het geval. Vóór de 19e eeuw was de schrijfwijze van de Nederlandse taal niet of nauwelijks gestandaardiseerd. Uit het in 1646 gepubliceerde verhaal van Paulus van Solt over zijn reis naar Oost Indië in de jaren 1605 tot en met 1608 wordt duidelijk dat woorden die eindigen op een 't' net zo goed met 'dt' werden geschreven, bijvoorbeeld "Eylant" en "Eylandt", of "Westelycken wint" en "Westelycken windt", etc. Zelf schrijft Paulus zijn naam soms als 'van Solt', soms als 'van Soldt'. Door anderen wordt hij wel geciteerd als 'van Solst' of 'van Soest'. Kortom, er kan geen enkele andere betekenis worden toegekend aan de beide familienamen dan dat het over dezelfde familie gaat en de verschillende schrijfwijze toeval is. De oudste vermelding van een 'van Solt' is gevonden in 1365 waar in een Regestenlijst de naam van Willem van Solst voorkomt [zie hieronder]. Klerken die de gegevens noteerden waren ook afhankelijk hoe de namen werden uitgesproken. In de archieven, zowel van dopen, trouwen en begraven, als notarieel, van buiten 's-Gravenhage treft je vrijwel uitsluitend de schrijfwijze 'van Solt' aan, terwijl in 's-Gravenhage na de vestiging van Willem van Solt daar in de tweede helft van de 17e eeuw, zijn nakomelingen als 'van Soldt', soms 'van Sout', worden geregistreerd. Otto Christiaan, zoon van Willem van Solt, is tweemaal getrouwd. De nakomelingen uit zijn eerste huwelijk gaan in de eerste helft van de 18e eeuw terug naar Amsterdam, waar de familie ook vanaf het begin van de 17e eeuw was, en laten zich als 'van Solt' registreren, een enkele keer staat er 'van Salt', 'van Selt' of 'van Zolt'. Zijn nakomelingen uit zijn tweede huwelijk worden door de Kerkelijke gemeente te 's-Gravenhage opgevangen en als 'van Soldt' geregistreerd. In deze studie wordt de familienaam 'van Solt' gebruikt voor de nakomelingen van de verst gevonden voorouder en voortgezet voor de nakomelingen uit het eerste huwelijk van Otto van Solt, terwijl de nakomelingen uit zijn tweede huwelijk in deze studie worden geregistreerd met de familienaam 'van Soldt'.
Het is niet ongebruikelijk om bij familieonderzoek te beginnen met het zoeken naar publicaties die over de familie zijn uitgebracht. Bij de start van het onderzoek in 2004 was er één publicatie over de familie. In de Navorscher jaargang 1935 is op de pag.35-42 een deel van het Memorieboexken uit 1637 van Hans van Solt de Jonge gepubliceerd. Vooral vanwege het authentieke taalgebruik is die tekst interessant. In het Memorieboexken worden familiegebeurtenissen verhaald, waaronder dopen, trouwen en overlijden. De publicatie vormde een goede aanzet voor het onderzoek. De controle van de gegevens vergeleken met de grote hoeveelheid bronnen die er na 1935 openbaar zijn gemaakt lieten veel onjuistheden zien. Wellicht komt dat omdat het oorspronkelijke Memorieboexken nergens meer te vinden is en de publicatie in 1935 het resultaat is van meerdere overschrijvingen van de tekst. Toch blijft de publicatie van belang, omdat het een goed inzicht geeft in het sociale netwerk van de familie rond de 17e eeuw. In een afzonderlijk artikel zal dat sociale netwerk worden beschreven.
Door systematisch onderzoek in doop, trouw, en begraafboeken, en na de invoering van de burgerlijke stand de geboorte- huwelijks- en overlijdensregisters, bevolkingsregisters, woning-, gezins- en persoonskaarten, is de familie zo compleet mogelijk in beeld gebracht. Het ging echter niet alleen om het standaard genealogisch onderzoek, maar ook om inzicht in het leven van betrokkenen. Daarom is ook historisch onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder de familie heeft geleefd en gewerkt. Daarbij zijn notariële akten van groot belang, maar ook andere achtergrondliteratuur en documenten, zoals poorterboeken. Het resultaat van al het onderzoek staat in een groot aantal artikelen op deze website weergegeven. Bij elk van de geschreven artikelen is met bronverwijzingen het resultaat gedocumenteerd.
Bij het onderzoek is dankbaar gebruik gemaakt van de traditie van het vernoemen van kinderen naar de voorfamilie. De oudste zoon werd vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde, de tweede zoon naar zijn grootvader van moederszijde en de derde zoon veelal naar de vader; de oudste dochter werd vernoemd naar haar grootmoeder van moederszijde, de tweede dochter naar haar grootmoeder van vaderzijde, de derde dochter veelal naar de moeder. Van dit patroon kon worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer de grootvader van moederszijde reeds was overleden en de grootvader van vaderszijde nog niet, dan kan de volgorde worden omgedraaid. Vanaf de vierde zoon of dochter is het vrij, zij het dat na overlijden van jonge kinderen die vernoemd zijn die vernoeming overgaat naar de eerstkomende geborene. Voor het familieonderzoek betekent dat je dan gericht kan zoeken naar het vroeg overlijden van het jonge kind; in veel kerkboeken was het de gewoonte om niet de naam van het kind, maar "kind van" als registratie te gebruiken. Bij veel protestantse kerken was het helaas de gewoonte om de naam van de moeder bij de doop weg te laten. Ook zie je dat bij het vierde en volgende kind belangrijke relaties worden opgenomen in de vernoeming. In dit verband is het van belang oom te kijken naar de doopgetuigen, dan wel de getuigen bij de geboorteaangifte. Wanneer van de traditionele vernoemingsstructuur wordt afgeweken, dan wel genegeerd, dan zijn de getuigen veel diegenen naar wie wordt vernoemd. Het kan echter ook een indicatie zijn dat betrokkenen zich buiten de familie hebben geplaatst.
In de 14e en 15e eeuw komen personen met de familienaam 'van Solt', dan wel varianten daarvan voor.
In de Regestenlijst der Oorkonden van de Landkommanderij Oudenbiezen en onderhorige Commanderijen komt een mededeling voor, gedateerd 13 februari 1365
Int joer ons Heren dae man van synre geboerten screif dusent driehondert vijf ende sestich der derden indixien des dertende dages vander sporkillen.
Notaris Johan van Wijc, priester te Maastricht, oorkondt dat ridder Ogijr van Biecht aan Reyner Huen, landkommandeur, verkocht heeft het hof van Bloemendale, gelegen bij Heer en 6½ bunder akkerland, gelegen te Lanaken en Pietersem voor 2.900 gulden; Claes Huen, Winand van Dieteren, Lambrecht van Goer, Daniel van Eynenberch, Ogijr van Eynits, schout te Maastricht, Herman Huen, Hendrik van Here en Johan vander Lake, stellen zich borg voor O.van Biecht; Godart vanden Wigarde en Hendrik van Montenaken, schepenen te Maastricht, bevestigen de inhoud van de akte.
Getuigen Johan van Haren, cantor van Sint-Servaas, Baudewijn van Vranckenhoven, kommandeur van Bernissem, Volquijn, pastoor van Beek, Arnout Mompelirs, scheffener, Willem van Lodenaken, gastmeester van Sint-Servaas, Reyner van Berge, Reyner vanden Wigarde, Goeswijn van Dieteren, Willem van Sols, Hendrik der Wael.
Over de artsen Tillmann en Bartholomeus van Solt of Sols tussen 1368 en 1420 te Maastricht is een afzonderlijk artikel verschenen op deze website.
Uit de Codex Diplomaticus, Tweede serie, vijfde deel, pag.405 [jaar 1381]:
Omtrent van desse tyt hefft Henderick van Sterrickkenborch desse naevolgende onseggel breue bestelt an 't huys Arkensten, op kersauent ghesant myt syn ghesellen, ludende woe volliget:
Wettet heer Ffloris van Weuelickhoue, bisoop toe Uttert, dat ik Henderick van Sterkenborrich, omme des grotten onbeschides wylle ende om der grotter onghelouen wylle, dye ghi ende die schepen van uwe dre steden van Sallant au my ghekirt hebben, daer omme wyl ick u vyent weesen ende alle uwe ondersaten ende al der ghennen daar ick des mede toe doene hebbe, mynne eerre wyt verwart hebben, uytgesecht den herre van Abcouwe ende den synen, her Vrederick van der Esse ende der synne, der vyant wyll ik nyet wessen. Gheuen onder myn segell hyer beneden op dessen brief ghedrucket." Wettet heer Ffloris van Weuelickhouen, bysoop toe Uttert, dat wy Willem van Schullenborrich van Bossot, Dirrick ende Matys van Solt, ghebroder, Jan Balt, ghehetten Bufken, Jan dye Grutter ende onsse knecht, lyuer hebben Henderick van Starkenborrich ende syn hulper, dan u ende uwe hulper, ende willen om synne wylle u ffient wensen, ende al derghenen, dye wy om syne wylle op u veden connen, ende wyllen des tegen u ende alle dye ghene daer wye des mede toe doenne hebben, onsse eerre wal bewart hebben. Ghescreuen onder dat segell van Henderick Sterckenborrich, des wie samelicke ghebrucken."
Het kasteel Sterkenburg vindt zijn oorsprong in de dertiende eeuw, toen de bisschop van Utrecht een versterkte ringburcht met hoge ronde toren liet bouwen ter verdediging van het Langbroek. In tegenstelling tot veel andere ridderhofsteden in de omgeving, zoals Sandenburg, Walenburg en Lunenburg, is Sterkenburg niet ontstaan vanuit een middeleeuwse woontoren (donjon) maar was het een burcht met primair een verdedigingsfunctie en zou gedurende vele eeuwen een leen van het graafschap Zutphen blijven, de landerijen waren leenroerig aan de bisschop van Utrecht. Floris van Wevelinkhoven was de 50e bisschop van Utrecht van 1378 tot 1393.
Deze solidariteitsverklaring van de gebroeders van Solt betekent dat zij tot de ridderschap van Sterkenburg behoorden. Verder is niets over deze broers gevonden.
In het tijdschrift Naamkunde, jaargang 30 [1998] wordt vermeld dat in Solt, gehucht van Maaseik: in 1340 Lambrecht van Tsolt; ca. 1370 Katheline van Solt en in 1380 Andries van Solt, schepen van Diest-Solt geregistreerd staan. De voornamen Katharina en Andries komen later ook in de familie voor.
In een verheffing van 26 maart 1368 te Maaseik wordt Willem van Solde genoemd; in een andere van 13 augustus 1376 komt een Meester Henrie van Zols voor als "Borgh", en eindelijk in 1427 wordt Willem de Solt opgegeven als Maeslantzman, leenman van het Maasland. Met deze Willem van Solt begint de genealogie van namen en verwijzingen waarmee de verst gevonden voorouder kan worden vastgesteld.
Zoals uit voorgaand overzicht blijkt dat de familienaam 'van Solt' staat voor een familie van aanzien in Limburg en het Prinsbisdom Luik. Uit Beschrijvinge van de Stad Dordrecht, blijkt dat Katharina van Mewen trouwde met van Solt, ongetwijfeld Willem van Solt. Katharina was de dochter van Goverd, Heer tot Mewen, trouwde Margareta van den Eifrag, was Schepen der Hooge Justitie des Graafschappe en Landen van Loon, sterft den 2. Augustus 1488, stellende tot Executeurs van zijn Testament, en Voogden over zijn Minderjarige Kinderen: Heer Gerard van Mewen, Domheer tot Luyk; en Heer Aarnoud van Mewen, Gouverneur van Stochem, zijn Broeders, en Mr. Walter van Mewen, en Mr. Aart van Elfrag, zijn Neven: heeft nagelaten 2 zoons en 1 dochter. [Bron: Beschryvinge der stad Dordrecht, vervatende haar begin, opkomst, toeneming, en verdere stant: opgezocht, in 't licht gebracht, en vertoond, met vele voorname voorrechten, handvesten, keuren, en oude herkomen; alsmede een verzameling van eenige geslachtboomen, der adelijke, aaloude, en aanzienlijke heerengeslachten, van, en in, Dordrecht, enz.: zijnde de voornoemde beschryvinge, gecierd, en verrykt, met verscheyde kopre konstplaten / door Matthys Balen Janszoon {1611-1691} pag.1127]. Voor zover uit de beschikbare informatie valt na te gaan, hebben Willem en Katherina tenminste twee zoons en twee dochters en daarvan eerst een overzicht:
Willem Aernoutsz (Meyster Willem) van Solt & Katharina van Mewen
Willem Aernoutsz (Meyster Willem) van Solt is geboren omstreeks 1450 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik, en trouwde met Katharina van Mewen, dochter van Goverd, Heer tot Mewen, overleden op zaterdag 2 augustus 1488, & Margareta van den Elfrag; Goverd is de zoon van Henrik van Mewen, Erf-Scholtis der Stad, en Ambt Brede, & de la Troy.
Kinderen van Meyster Willem en Katharina:
1 Wouter Willemsz. van Solt is geboren omstreeks 1490 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik, en gedoopt in Tongerlo in de RK Sint Petruskerk. Wouter trouwde met Francina; dat kan worden afgeleid uit de vernoemingen. Zijn zoons, zowel Willem als Paulus, noemden hun oudste dochter Francina, terwijl hun schoonmoeders die naam niet droegen. Kinderen van Wouter en Francina: [A] Willem Woutersone van Solt, geboren omstreeks 1510 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik – zie afzonderlijk artikel over zijn nakomelingen; [B] Francina van Solt, geboren omstreeks 1512 in Solt-Gruitrode, Prins Bisdom Luik. Van Francina is verder weinig bekend, behalve dat zij investeerde in de VOC; [C] Paulus Wouterssone (Pauwels) van Solt, geboren omstreeks 1514 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik - zie afzonderlijk artikel over zijn nakomelingen.
2 Ida Willemse van Solt is geboren omstreeks 1492 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik, als dochter van Catharine de Mewen & van Zelt. Ida is overleden op zondag 6 februari 1564 in Maeseyck, ongeveer 72 jaar oud. Zij is begraven in Kappitelkerke. Ida trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1510 met Dionisius (Dionisius de oude) van den Eertwegh, geboren omstreeks 1480 in Maeseyck en overleden op zaterdag 6 februari 1574 in Maeseyck, ongeveer 94 jaar oud. Hij is begraven in Kappitelkerke. Dionisius was co-burgemeester van Maaseik in 1554-1555, 1558-1559, 1563-1564. [bron: Bert Mersch, stadsarchivaris op vrijwillige basis]; Schepen, Eygensgenoot (1531), en Armenmeester van Maeseyck (voor 1539), zoon van Dionisius (der Alde) van den Eertwegh, geboren omstreeks 1460 als Zoon van Gielis van den Eertwegh en Agnes (Nees) Bormans, Eygensgenoot van Eyck in 1521, 1523 en 1531, Schepen van Eyck in 1523, 1524 en 1532. Op 5 september 1524 treedt Dionisius op als excecuteur va het testament van wijlen Gielis van den Eertwech. Kinderen van Dionisius de oude en Ida:
1 Dionisius de jonge (Denis) van den Eertwegh is geboren omstreeks 1510 in Maeseyck, en overleden op woensdag 16 augustus 1600 in Liège, Belgique, ongeveer 90 jaar oud. Hij is begraven in St-Hubert. Denis, ook d’Ertwecht, was Hotelier en Licentiaat in de rechten (1586). Denis trouwde met Sophie Gentis, dochter van André Gentis/Jentis & Sophie de Puytlinck. Sophie is overleden op zaterdag 18 juli 1573 in Liège, Belgique. Zij is begraven in St-Hubert. Kinderen van Denis en Sophie: [a] Jonathas van den Eertwegh is geboren omstreeks 1540 in Liège, Belgique, en overleden op maandag 1 september 1586 in Liège, Belgique, ongeveer 46 jaar oud. Jonathas trouwde, ongeveer 37 jaar oud, op zondag 3 februari 1577 op huwelijkse voorwaarden met Anne de Libert, dochter van Antoine de Libert, burgemeester van Luik (1558), en Marie de Fize. Zij hertrouwt na overlijden van Jonathas met Jean de Bombais. Anne is overleden op zondag 25 december 1616 in Liège, Belgique; [b] Sophie van den Eertwegh is geboren omstreeks 1550 in Liège, Belgique, trouwde met Dionisius (Denis/Nijes) van Suetendael, Burger en koopman te Luik. In 1614 koopt Sophie diverse stukken grond van Hans Sonnemans; [c] Maria van den Eertwegh is geboren na 1550 in Liège, Belgique, en trouwde met Bertholet Stevart, Weduwnaar, Kanunnik van St.Jan de Evangelist; [d] Catharina van den Eertwegh is geboren na 1550 in Liège, Belgique, en is overleden op vrijdag 17 juli 1626 in Liège, Belgique, ten hoogste 76 jaar oud. Zij maakte haar testament op 14 juli 1625. Catharina trouwde met Jacques de Libert, zoon van Antoine de Libert, burgemeester van Luik (1558), en Marie de Fize. Jacques, ook Jacob Lieberts was burgemeester van Luik (1591); [e] Ida van den Eertwegh is geboren na 1550 in Liège, Belgique, Ida trouwde met Godefroid van Itteren, Meester in de rechten; [f] Agnes van den Eertwegh, geboren na 1550 in Liège, Belgique. Agnes bleef ongehuwd en maakte haar testament op 8 oktober 1633.
2 Jacob van den Eertwegh is geboren omstreeks 1512 in Maeseyck, en trouwde met Johanna van Bossenhoven, geboren omstreeks 1515 en overleden omstreeks 1580, ongeveer 65 jaar oud. Uit dit huwelijk: [a] Judith, [b] Agnes, non in het St. Agnesklooster te Maaseik (1593), [c] Johanna, non in het St. Agnesklooster te Maaseik (1593), [d] Ida, gehuwd met Frederic Bex, en [e] Catharina, gehuwd met Hans Sonnemans, burger van Maaseik.
3 Matthias (Mathijs) van den Eertwegh is geboren omstreeks 1514 in Maeseyck, trouwde met Lyscken Gruijters, weduwe van Coen Loyens. Uit het huwelijk van Matthias en Lyscken: Lutgerus, rentmeester van Crieckenbeeck en Wachtendonck (1610 1622). Op 21 7 1587 verkoopt Lutger een huis aan de Buerartzstraat in Maaseik. Hij woont zelf in Grave en laat het huis verkopen door Mathias van Wenthuysen die hij daartoe aangesteld heeft. In Miscellanea J. Gessler, Volume 1, door Robert Roemans [C. Govaerts, 1948] wordt op pag 291 gesteld dat in 1550 als Pastoor van Heppeneert de Kruisheer Mathias van den Eertwegh, geboren te Eelen uit een Patriciërfamilie, verwant met het huis van Solt, van 1542 tot 1577 dienst deed.
4 Willem (Guillaume) van den Eertwegh is geboren omstreeks 1516 in Maeseyck, was Burgermeester van Maaseik (ca 1585) en trouwde met Elisabeth de Puytlinck. Uit dit huwelijk: Agnes, gehuwd voor de kerk op 29-06-1587 met Frambach de Gulpen, Seigneur de Berneau. Zij maakten op 15 september 1615 hun testament dat werd goedgekeurd door de schepenen van Luik. (Bron: Stein, La Noblesse Belge, annuaire 1861). Op 9-3-1624 is Agnes in Roermond getuige bij de doop van Maria Catharina Puytlinx, dochter van Gerardus Puytlinx en Sibilla Heuffs.
5 Ida van den Eertwegh is geboren omstreeks 1518 in Dilsen, en trouwde met Leonardus van Oeteren, ook d’Otteren der Alde, Receveur général du quartier de Stockheim, stadthelder en secretaris van de Prins Bisschop van Luik, stadthelder van Dilsen (1594) Scholtis van Stochem en Schrevenbiecht (1619). Uit dit huwelijk: [a] Denis, Burgemeester van Luik (1622), [b] Oda, begraven op 21-01-1619 te Maeseijck, in de kerk.
6 Jan van den Eertwegh is geboren omstreeks 1522 in Maeseyck, was Meester in de rechten, verheft in 1617 de Hof van Hautissen en was de vader van Jan en Meijcke.
7 Agnes van den Eertwegh is geboren omstreeks 1526 in Maeseyck, en overleden op dinsdag 25 augustus 1579 in Maeseyck, ongeveer 53 jaar oud. Agnes trouwde met Peter van Wenthuysen, geboren omstreeks 1525 in Maeseyck, ook Winthuysen, wijnhandelaar, burgemeester, schepen ende secretaris in 1590 van Maeseyck. Uit dit huwelijk: Dionys, Matheus, Robrich, Willem en Goert.
8 Anna van den Eertwegh is geboren omstreeks 1528 in Maeseyck, en trouwde met Herman Bex. Uit dit huwelijk: Peter.
9 Catharina van den Eertwegh is geboren omstreeks 1530 in Maeseyck, en overleden omstreeks 1619, ongeveer 89 jaar oud. Catharina trouwde met Leonard (Lenart) van Oeteren. Met haar zwager Peter van Wenthuijsen als momber verkoopt Catharina op 7 december 1584 een schuur met moeshof, die zij van haar vader Dionys geërfd heeft, voor 407 gulden aan Jacop Wijnckens.
10 Maria van den Eertwegh is geboren omstreeks 1532 in Maeseyck, en trouwde met Jacob Lensen, ook Leukens. Uit dit huwelijk: Isaack.
Wapen: links vd Eertwegh; rechts met van Solt: Ertwecht ou Eertwecht [van] Parti: au 1, d’argent, à une croix de Calvaire recroisettée et soutenue de deux degrés, le tout de sable, sur une terrasse de sinople [Ertwecht]; au 2, de van Solt, qui est écartelé: a. et d. d’argent à un fer de moulin de sable; b. et c. burelé d’or et de gueules. Devise: Ubique Cruces ('Overal kruisen').
3 Hinrick Willemsz. van Solt, geboren omstreeks 1494 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik. Hinrick was Inhibitor van de Officiaal van Luik in 1526. Over hem is een afzonderlijk artikel op de website.
4 Catharina Willemse van Solt is geboren omstreeks 1496 in Heerlijkheid Solt in het Prins Bisdom Luik, en trouwde [bron: De Maasgouw 25e jaargang, 15 mei 1903, nr 9, pag.33-34] met Godfried van Odenhoven, Leenman van Kessenich, overleden in 1526. Catharina vestigde zich in 1527 na het overlijden van haar echtgenoot te Maaseyck. Kinderen van Godfried en Catharina:
1 Jan van Odenhoven, Licentiaat in beide rechten, overleden op donderdag 26 november 1562 in Nieuwstad bij Bree {B}. Zijn grafsteen te Bree draagt de kwartieren van Odenhoven, Solt, Borman en ?. Jan trouwde [bron: De Maasgouw 25e jaargang, 15 mei 1903, nr 9, pag.33-34] met Cecilia Hubrechtsdochter Borman, overleden in 1565. Kinderen uit dit huwelijk: [a] Godfried, [b] Daniel, [c] Hubrecht in 1570 meier van Gerdingen en Nieuwstad, [d] Margareta, [e] Meester Willem, licentiaat in beide rechten, scholtis van Gerdingen en Nieuwstad 1589-1600, huwde Agnes Heister, waarmee hij vijf kinderen kreeg, [6] Anna, [7] Agnes, huisvrouw van Jan Heister 1579; hun grafsteen, versierd met vier kwartieren, lag in de voormalige Kerk van Maaseyck.
2 Reynier van Odenhoven. Reynier is overleden.
3 Ida van Odenhoven, trouwde met Andries Alarts. Ida was in 1531 weduwe.
4 Willem van Odenhoven is geboren in 1526, en trouwde met Catharina van Elderen.
Het tweede decennium van de 16e eeuw was een in alle opzichten revolutionaire periode.
In 1512 publiceerde Niccolò Machiavelli [Florence, *3 mei 1469, †21 juni 1527] zijn "Vorst", Il Principe, waarmee hij afrekende met de moraaltheologische vorstenspiegels vol met beschrijvingen over de zogenaamde deugden van de heersers en ideaalbeelden verwoorden, die niet strookten met het feitelijk gedrag. Machiavelli liet zien hoe succesvolle vorsten macht verwerven, behouden en uitbreiden met list, bedrog, leugens, moord, etc. Met Machiavelli begint de empirische filosofie met hoofdaandacht hoe zaken 'werken', en niet hoe het zou 'moeten' ["hoe het gaat en niet hoe het moet"].
In 1514 werd Andreas Vesalius [Andries van Wesel, Brussel, *31 december 1514, Zakynthos Griekenland, †15 oktober 1564] geboren die als Brabants arts en anatoom een einde zou maken aan de Hippocratische geneeskunde, waarbij het lichaam niet mocht worden geopend en de geneeskunde zich beperkte door onderzoek was er in het lichaam ging en er volgens na enige tijd weer uit kwam. Het zou het begin zijn van de moderne geneeskunde: 'hoe zit het lichaam in elkaar'? 'hoe werkt het'? en 'hoe kunnen we het repareren en verbeteren'?
Op 31 oktober 1517 publiceerde Maarten Luther [Eisleben, *10 november 1483, †18 februari 1546], theoloog, Augustijner monnik, tot priester gewijd en benoemt tot hoogleraar in de moraaltheologie aan de Universiteit van Wittenberg zijn academische stellingen tegen de handel in aflaten; dat plakkaat wordt beschouwd als het symbolische begin van het protestantisme.
De Lutherse Hervorming verwierf snel aanhang in het Prinsbisdom Luik, ondanks de fanatieke vervolging door bisschop Everhard van der Mark [geboren 1472, vanaf 1506 bisschop tot 1538], gesteund door de Leuvense universiteit, en met Karel-V als executeur.
Kennelijk waren de "Heren van Solt" ook tot de Lutherse overtuiging overgegaan, want rond 1540 worden er broers van Solt in Antwerpen gezien die uit het Prinsbisdom [Maaseik en Tongerlo] kwamen, kennelijk op de vlucht voor de vervolging door bisschop en keizer. In Antwerpen was er een toleranter bestuur uit economische overwegingen; Antwerpen wilde zijn positie als stapelmarkt behouden. Na de Beeldenstorm in Vlaanderen in 1568 en de Spaanse reactie daarop, vertrekken reeds enkele familieleden naar Aken, Amsterdam en Londen. In de opvolgende gebeurtenissen: de Bartholomeusnacht in 1572, de Spaanse furie in 1576, maar vooral het beleg en de val van Antwerpen werd het duidelijk dat voor de Reformatie geen ruimte zou komen in Rooms-katholiek gedomineerde staten. Onder de 60.000 Antwerpenaren die uitweken naar de Republiek en Londen, was ook de hele familie van Solt.