Later in het verslag blijkt dat Engelse kooplui
uit Bantam de schade van de Engelse rovers Micchelborne en Davids
beloofden te vergoeden.
[2] Het aanvankelijke plan was om langs de
westkust van Sumatra naar de Coromandel te varen. Eind november 1605
bleek echter dat de weersgesteldheid niet gunstig was voor die route en
besloot Pualus van Solt langs de oostkust van Sumatra te varen. Daarom
keerde hij op 1 december in Bantam terug. Hij hoort daar dat Admiraal
Warwyck in juni in Patane een onbestuurbaar geworden Portugees schip
vorderde en dat de bemanning daarvan vroeg hun leven te sparen. Om de
Koning van Patane te laten zien dat Hollanders vanuit vriendschap
handelden, vergoedde Warwyck het door de Portugezen veroverde Jonck en
bevrijdde de als slaven verkochte bemanning. De Portugezen hadden
Japanse huurlingen gevraagd om Patane aan te vallen, waarna de voorstad
in brand was gestoken, maar het Hollandse handelshuis [Loge] werd
gespaard. Warwyck betaalde aan de inwoners van Patane een vergoeding
voor de ruwe zijde die de Portugezen van hen geroofd hadden. De
Portugezen en Japanners verloren hierdoor hun handelspositie in Patane.
[3] Op 4 december 1605 vertrekt de Delft weer uit
Bantam.
[4] Op 11 december kwam de Delft bij het eiland
Banka en op 21 december bij Palembam. Nadat water was ingeladen op 28
december uiteindelijk weer vertrokken. Op 30 december 1605 was er een
eerste harde confrontatie met de Inlanders in de 3e monding van Palembam.
Het kostte twee man het leven, mede omdat niet iedereen altijd waakzaam
was. Paulus vermoedde Portugese invloed. Het Hollandse gezag was nog
lang niet gevestigd.
[5] Op 12 februari 1606 bereikte de Delft de
buurt van Jambe. Daar probeerde de Chaloepe een Inlandse Prauw te
dwingen naar de Delft te varen. De Prauw vluchtte en de opvarenden
maakten zich op land uit de voeten. De kapitein van de Prauw was reeds
aan boord van de Delft en werd gevangen genomen, wegens bedrieglijke
voorstelling van zaken. Ook daar werd Portugeze invloed gedacht. Op 16
februari 1606 maakte Paulus zijn testament op. Er heerste toen
waterzucht.
[6] Op 28 februari 1606 kwam Malakka in zicht en
van 19 maart tot 2 april 1606 te Achien de eerste koopmanschappen
afgeleverd. Interessant is de passage op 1 april 1606 dat de Koning
uitsluitend toestemming wil geven tot het vertrek van de Reede, indien
de [Opper]koopman dat zelf vraagt. Paulus moest tot zijn afschuw naar
Olifantengevechten kijken.
Op 10 april 1606 was er confrontatie met Martin
de Torre. Uit de beschrijving blijkt dat vooral Portugese handelswaar –
in confrontatie met de Hollanders – wordt gepresenteerd als zijnde
Inlandse koopwaren. Alleen deskundige alertheid brengt dat bedrog aan
het licht. Dat bleek ook met Portugese banden van Martin de Torre te
hebben. De handelswaar is in beslag genomen, een van de begeleidende
schepen vernietigd en de bemanning van de hele groep op één schip naar
land gestuurd.
[7] Het hoofddoel van de reis, de kust van
Koromandel, kwam in april 1606 in zicht en tot medio oktober verblijft
de Delft op of langs die kust. Op 25 april 1606 kwam de Delft aan bij St
Thomé. Traditiegetrouw worden Portugese schepen bij St.Thomé in brand
gestoken. Beschrijving van St. Thomee.
[8] Op 26 april 1606 bij Palecatte en daar
ontwikkelde zich een interessant spel tussen de Inlandse vorst en Paulus
van Solt. Nadat oorspronkelijke handelstransacties niet waren nagekomen,
werd het wantrouwen zo groot dat Paulus niet aan land wilde gaan, zonder
dat er belangrijke gijzelaars van land aan boord werden gebracht als
garantie voor een veilige terugkeer. In Palecate waren al buitenlanders,
zoals Turken, aanwezig. Een van de Inlanders aan boord had aan land
vernomen dat de Vorst van Palecate bij het zien van de Delft een
boodschap had gestuurd om versterking met een paar honderd Portugezen te
vragen. Ondertussen moesten kooplieden het verblijf van de Delft zo lang
mogelijk rekken. Paulus besloot echter met de Raad van de groep, vanwege
een vermoedelijk verraad, om zo snel mogelijk te vertrekken. De
Inlanders zeiden hierdoor beledigd te zijn. Op 30 april 1606 weg bij
Palecatte
[9] Op 3 mei 1606 bij Pottapouli. In
tegenstelling tot Palecate, was de ontvangst in Pottapouli “vorstelijk”
te noemen op 6 mei 1606.
[10] Op 14 mei 1606 naar Masulipatan. Op 17 mei
1606 op de Reede van Masulipatan. Op 19 mei 1606 Paulus weer groots
onthaald. In deze periode het handelscontract gestart. Gouverneur niet
bevoegd andere tarieven af te spreken.
[11] Op 10 juni vertrok Paulus met Pieter
Willemsz. naar Bisnagar, plaats van de koning van Golconda. In deze
periode wordt het contract met de Koning van Golconda gesloten en
belangrijke handelsaktiveiten verricht. Op 30 juli dat er een ongeluk in
Masulipatan was geweest en Paulus spoedde zich direct op 1 augustus
terug.
[12] Op 8 augustus in Condepilou. Drie
Bootsgezellen die vorig jaar naar de Portugezen wilden overlopen en op
het kasteel gevangen gezet, door Paulus met financiële regeling
meegenomen.
|