Aandachtspunten uit de strijd met de Portugezen, andere concurrenten, de handel en de geografische beschrijvingen

In februari 1602 komt Paulus van Solt in Bantam aan. Hij blijft daar tot hij op 5 november 1605 met het schip Delft[1] de reis naar Coromandel en vervolgens naar Ambon en Banda.

Dit is het type jacht, zoals de Delft.

Op de kaarten is de reis met aandachtspunten [nummers] ingetekend. Opvallend is dat de gedetailleerde beschrijving door Paulus van Solt met namen en aanduidingen van plaatsen en eilanden niet meer op kaarten is terug te vinden, zelfs niet op de omvangrijke “Grote atlas vande Verenigde Oostindische Compagnie, uitegegeven door het Koninklijk Nederlands Ardrijkskundig Genootschap, het Nationaal Archief en de Universiteit Utrecht.

[1] Niet alleen de Portugezen worden bestreden, maar ook met de Engelsen is de verhouding niet altijd optimaal, zoals blijkt uit een tekst van 6 november 1605. 's Morgens terwijl ze op anker liggen zeilen twee Engelse schepen voorbij, komende uit Piraman, waar ze een Gusarat veroverd hebben met handelswaar uit Bantam. Dit schip had brieven van doorgang van de Engelse generaal Middelton en van Jan Willemsz Verschoor. De commanderend genraal Micchelborne zei dat hij hoger in rang was en trok zich niets aan van de doorgangbrieven. De betrokken Engelsen hadden gezegd dat zij gekomen waren “to spoile the trade” [“de handel te bederven”]. Zij namen ook diverse Javaanse en Maleise prauwen, schoten een deel van de bemanning dood en gaven de prauwen vrij, omdat die slechts zout geladen hadden. Zij hadden het gemunt op de Chinezen: welk feit de Nederlanders hier schade berokkent, want de inwoners zeggen dat er geen onderscheid tussen beide naties is.