|
geworden. De geheele casse hebbe vercocht voor 160 R[eal]en van achten,
dit ongeluck heeftse in de schepen metgecregen. Dan hebbe verstaen
datter eenen boot vol coopmanschap, naer lant vaerende omgeslaegen is,
waer onder dese casse nr 21 mede geweest is, als oock eenige fluweelen
die ick hier by my hebbe, die overgepackt syn.
De
mailleron hebbe oock moeten, voor half gelt, geven, te weten voor 4
Realen van 8 ten het stuck omdatse soo verroest ende beschadicht waeren.
De laeckenen carisynen ende camelotten [textiel] can oock niet quyt
worden want syn meestendeel van onbegeerde colueren.
Tot heden hebbe gecocht 112 sacken peper a 6 ½ : 6 : 5 ¾
ende 5 ½ Realen van 8 ten den sack, 8 fardeelen oft ontrent 2 baharen
macis (mace, foelie) a 75 ende 70 R[eal]en van 8 ten de bahare van 540
pond Hollants. Hebbe noch wat gelts te besteden, d’welck ick ophoude tot
het vertreck van dese schepen, niet tweyffelende oft den peper en sal
tot R[eal]en 5 van achten comen, want in 3 weken herwaerts dat sy van
dese schepen hoorden, hebben hunnen peper op 6 gehouden. Wenschte
niettegenstaende dat ick 8 oft 10 U (?) R[eal]en van 8 ten voor UE in
hande hadde, soude wel versekert wesen die a R[eal]en 5 te besteden,
wantter tegenwoordich geene realen te becomen syn. Geldende tstuck 11U
Caixo’s daerse schaers, 9 U gelden alsser schepen liggen die coopen.
Vercoopt men tot sy betaelen in Caixos. Ende voor den peper willense
Realen hebben, d’welck oorsaecke is dat ick niet so oft 25 sacken peper
meer hebbe. Het meeste dat ick vreese is dat ick weynig peper meer sal
connen coopen door dien de best begeerde coopmanschappen van de hant syn
ende oock dat de gene die oostwaerts van hier liggen geprovideert
|