Notities | Clara was in 1592 als vrouw van Jan Ramaker, wijnkoopman, lidmaat van de Evangelische Kerk in Keulen [Centraal Bureau voor Genealogie]. Uit dit huwelijk zijn vijf kinderen geboren: Abraham, ca.1594, Jhean, Sara, Joost en Catharina. Zoon Abraham Ramaker wordt predikant in de Nederduits Gereformeerde Kerk en huwt op 9 november 1621. Abraham gaat, oud 17 jaar, op 8 oktober 1611 akkoord met regeling door zijn voogd van verdeling van de goederen van zijn vader binnen Keulen; dit mede namens zijn broers en zusters: Jhean, Sara, Joost en Catharina [getrouwd met Abraham van Born]; getuigen Abraham Raymakers en Maria van Solt, dochter van Agatha van Meerle en gehuwd met Jan Becx. [Notarieel Archief Amsterdam, Notaris Jacob en Nicolaes Jacobsz., inventarisnummer 374/folio 140]. Abraham Ramaker, zoon en erfgenaam van Clara van Solt, wonende te Echtelt in Gelderland transporteert op 19 september 1652 aan Joost van Born een losrentebrief van 250 ponden jaarlijks, gedateerd 12 november 1640 ten behoeve van Clara van Solt, weduwe Johan Rademaecker. [Notarieel Archief Amsterdam, Notaris Justus v.d.Ven, inventarisnummer 1101 folio 93v, 94, 95]. In 1603 loopt een geschil over de nalatenschap van Jan van Aken en Clara van Solt met Hans van Solt. Insinuatie/aanzegging aan Hans van Solt: De Keulse handelaar Johann Ramacker is getrouwd met Klara van Solt, zus van Hans van Solt. Het in 1597 door de echtelieden verleden testament bepaalt voor de partijen: de overlevende zal 1/3 van de erfenis ten goede laten komen aan de kinderen "in erfgoederen [..] beleggen" [20.000 tl], 1/3 tot het 25e levensjaar of zoveel eerder als de kinderen trouwen als levensvoorziening hebben en 1/3 samen met de huishoudelijke goederen en andere dingen in eigendom behouden. Tot executeurs-testamentair zijn de langstlevende en de kinderen in eerste aanleg aangewezen. De man sterft, de vrouw huwde Jan van Aken, na diens dood Matthias Voren. Matijs van Voorn eist de volledige overhandiging van het hun toekomende derde uit de nalatenschap en de zekerstelling voor het voor levensonderhoud bestemde derde. Klagers verlangen van Hans van Solt een garantiestelling voor het gevorderde derde deel en tekenen bezwaar aan tegen beslissingen waardoor zij in hun rechtsvorderingen benadeeld zien. [Bron: Historisches Archiv der Stadt Köln; Altes Archiv 1.4: Reichskammergericht RKG [Best 310V] 1603] |