Notities persoon | Francina schrijft in augustus 1602, als weduwe, in het oudste aandeelhoudersregister der Oost-Indische Compagnie, Kamer van Amsterdam, met 3000 gulden in. Op 10 april 1609 wordt de Inventaris opgemaakt van de nagelaten goederen van Pauwels van Solt, Jacqueszoon, voor commies naar Oost-Indië uitgevaren op 23 april 1601 en op die reis overleden – 1 juni 1608 – te vererven ingevolge testament van 16 februari 1606, gepasseerd op het schip ’Delft’ op de rivier de Jambe, waarbij zijn zuster, Francina van Solt, zijn tante/moeije Francina van Solt, weduwe Adriaen de Poorter, zijn oom Hans van Solt en zijn tante/moeije Maria Becx, de erfgenamen zijn. [Gemeentearchief Amsterdam, Notaris Jan Fransz. Bruyningh, inventarisnummer 116, folio 45v-52]. | Notities overlijden | Religie Nederduits Gereformeerd. Francina maakt haar testament als weduwe op 1 september 1607. Hans van Solt, testamentaris van zijn zuster Francina, zet geld vast voor Maria Sibma, 2½ jaar oude dochter van Susanna Becx en dominee Bauricius Sibma en kleindochter van Francina’s zuster Maria, gehuwd geweest met Jan Becx. [Gemeente Archief Amsterdam Weeskamer 10-03-1628, Inbrengregisters 20/226]. Op 24 maart 1628 bracht Hans op, volgens de laatste wil van Francina, een obligatie van 6000 gulden ten behoeve van Jan en Joost (11 jaar), Sara (10 jaar), Clara (7 jaar), Maria (6 jaar) en Catharina (4 jaar), dochters van makelaar Abraham van Born en van Catharina Ramaker. Deze laatste is een dochter uit het eerste huwelijk van Francina’s zuster Clara met Jan Ramaker. |
|