Theodorus van Solt |
Nr. 1115796602 |
|
Geslacht | Man |
Leeftijd | ± 32 jaar | |
Geboren | 18-6-1636 |
Gedoopt | 22-6-1636 | te | Amsterdam in de Nieuwe Kerk |
Overleden | ± 1668 | te | Angola |
|
|
Ondertrouw |
29-5-1661 |
te |
|
|
met | Philippina Gruiller |
| Overleden | 20-4-1676 |
| Het huwelijk werd beëindigd: | |
19-8-1662 | | |
|
|
Huwelijk |
3-9-1662 |
te |
Sloterdijk |
|
met | Marije Jans Schrijvers |
| Gedoopt | 17-6-1640 |
| Begraven | 1-5-1677 |
Notities | Op 5-8-1660 geeft Theodorus van Solt een codicil uit waarin hij zijn goed ter waarde van 400 gulden legateert aan zijn "goede vriendinne" Marytje Jans Schrijver. Dit omdat hij "gereedstaat om naar de Canarische eilanden te vertrekken" {Notarieel Archief Amsterdam, inv. nr 2735}. Theodorus wist toen kennelijk nog niet dat zijn "goede vriendinne" zwanger van hem was. Het kind werd op 30 december 1660 geboren. Als vader werd opgegeven Theodorus van Solt. Volgens de ondertrouwopgave is Theodorus van Solt 25 jaar en ondertrouwt hij met consent van zijn ouders en woont in de Dirck van Assensteeg, de huidige Dirk van Hasseltsteeg bij de Nieuwendijk. Maria Schrijvers van Amsterdam is 22 jaar oud en geassisteerd met Lambert[ie] Jans [Schrijvers]. Maria "woont als voren", dus ook in de Dirc van Assensteeg. Bij het huwelijk was getuige: Lambertine Jans [Schrijvers?]. | | Het huwelijk werd beëindigd: | |
< 19-10-1668 | | |
|
|
Notities persoon | Theodorus van Solt laat bij notaris Uyttenbogaert in Amsterdam vastleggen: Theodorus van Solt oud 23 jaar, laatst "super cargo" [Opper Koopman] op het jacht St Francisco waarop schipper Gerrit Jansz, samen met en onder het commando van het schip Boodschap Maria onder schipper Pieter Cornelisz Lonck in dienst van particulieren [Hollandse Mercuur]; verklaart op 3 oktober 1659 dat hij op 8 mei 1658 uit Texel gezeild is naar Ardra ( nu Porto Novo in Benin) in Afrika om slaven en olifantstanden te halen, waar zij onenigheid kregen met de West Indische Compagnie. Via een avontuurlijke reis komen zij voor de Goudkust (Ghana) het schip de Graeff Enno tegen van de West Indische Compagnie die een kanon op hen afschoot, waarop de beide schippers bij de Graeff Enno aan boord werden ontboden en door schipper Rutgert Warighsz vastgehouden werden. Onder de rook van kasteel Elmina in Ghana werden de schepen door de Graeff Enno van brandewijn en jenever beroofd, waarop de Boodschap Maria en het jacht St Fransisco doorzeilden naar Benin. Hier werden zij door de Graeff Enno ingehaald en werden hen gesommeerd zich over te geven. Nadat dit werd geweigerd werd er een vuurgevecht geleverd. Na ongeveer anderhalf uur raakte de Graeff Enno in de brand en zeilde met achterlating van het anker weg. Nadat het schip "de Salm" van dezelfde rederij was aangekomen en slaven waren geladen werd koers gezet naar Gabon waar men gedrieën bij kaap Lopez Gonsalves de Graeff Enno aantrof. Men meerde dicht en rondom de Graeff Enno af, waarna de beide schippers van de Boodschap en de St Francisco aan het toezicht van Gouverneur Generaal Jan van Valckenburgh (1656-1659) aan boord van de Graeff Enno wisten te ontsnappen en veilig aan boord terug konden komen. Hierna zeilde de Graeff Enno terug naar het vaderland. De drie zusterschepen zetten waarschijnlijk hun reis naar Amerika voort. Aldus opgemaakt onder getuige van Pieter Baen en Isaac Junnis, bewoners van Amsterdam, den derden october 1659. [Notarieel Archief Amsterdam inventarisnummer 1905 folio 270-279; Notaris Frans Uijttenbogaert]. | Notities overlijden | Codicil van Theodorus van Solt, tegenwoordig gereed staande om naar de Canarische eijlanden te vertrekken. Legateert zijn goede vriendinne Marijtje Jans Schrijver ƒ 400.- [Notarieel Archief Amsterdam inventarisnummer 2735 folio - niet leesbaar -; Notaris Jan Hendriksz. Leuven dd 5 augustus 1660]. Volgens het Memorieboexken is Theodorus in 1678 overleden in Angola. |
|